Verwijdering houdt in dat een leerling voorgoed de toegang tot de school wordt ontzegd. Dit gebeurt meestal alleen als een leerling zich ernstig heeft misdragen of als zijn resultaten onvoldoende zijn. Dat laatste mag uitsluitend aan het einde van een schooljaar. Omdat een verwijdering gezien wordt als een uiterste middel, wordt een verwijdering vaak voorafgegaan door een meerdaagse schorsing.
Omdat verwijdering de zwaarste maatregel is die opgelegd kan worden, kan hiertoe niet zomaar overgegaan worden. Dit gaat via een procedure waarbij de leerling eerst voorgedragen wordt voor verwijdering. Zowel de ouders als de leerling ontvangen hiertoe een brief waarin het voornemen tot verwijdering bekend gemaakt wordt en waarbij zij uitgenodigd worden voor een hoorzitting om hun zienswijze kenbaar te maken. Ook hier vindt afstemming plaats met leerplichtambtenaar en de onderwijsinspectie. Indien de leerling nog leerplichtig is, kan de leerling pas definitief van school gestuurd worden als het bevoegd gezag een andere school heeft gevonden die bereid is de leerling toe te laten.
De school heeft hiertoe een inspanningsverplichting. Daarna zal een besluit genomen worden omtrent definitieve verwijdering. Hiertegen kan bezwaar gemaakt worden bij de directeur-bestuurder.